Resultado de búsqueda
in Dutch–English dictionary. natuurlijk. interjection. by all means yes, of course. certainly [interjection] of course. of course naturally or obviously. natuurlijk. adverb. naturally [adverb] of course; as one would expect.
natuurlijk bn: obviously adv (of course) uiteraard, natuurlijk bw : Obviously, we left after they ran out of beer. naturally adv (inherently) natuurlijk, vanzelf bw : The bathroom is a naturally dirty place. natch adv: slang (naturally) (informeel) tuurlijk bw : natuurlijk bw : uiteraard bw : I'll have a hotdog - with ketchup and mustard, natch ...
Translation for 'natuurlijk' in the free Dutch-English dictionary and many other English translations. bab.la - Online dictionaries, vocabulary, conjugation, grammar share
21 de mar. de 2024 · natuurlijk. naturally; of course Synonyms: (informal) tuurlijk, uiteraard, evident; Derived terms [edit] tuurlijk (clipping) Adjective [edit] natuurlijk (comparative natuurlijker, superlative natuurlijkst) natural Antonyms: kunstmatig, synthetisch natuurlijke selectie ― natural selection; Inflection [edit]
Many translated example sentences containing "natuurlijk" – English-Dutch dictionary and search engine for English translations.
Translations in context of "natuurlijk" in Dutch-English from Reverso Context: natuurlijk wel, natuurlijk ben, natuurlijk dat, natuurlijk wil, natuurlijk was.
natuurlijk translation in Dutch - English Reverso dictionary, see also 'natuurlijk, natuur, natuurlijke hulpbronnen, natuurkunde', examples, definition, conjugation.
